UCL-R

De Utrechtse Coping Lijst – Herziene editie (UCL-R) meet hoe mensen omgaan met problemen of stressvolle gebeurtenissen (coping).

Omschrijving

Doel

De UCL-R is een Nederlandstalige zelfrapportagevragenlijst bedoeld om in kaart te brengen hoe iemand omgaat met stressvolle of moeilijke situaties, oftewel: coping. Dit kan in veel situaties van belang zijn, aangezien is gebleken dat de manier van omgaan met belastende situaties en gebeurtenissen van invloed is op het psychologisch, fysiek en sociaal welbevinden. De vragenlijst richt zich op stabiele, persoonsgebonden copingstijlen, dat wil zeggen relatief consistente manieren waarop individuen omgaan met stressvolle of belastende situaties. Dit in tegenstelling tot copingvaardigheden, die meer situationeel bepaald zijn.

De UCL-R is een geactualiseerde versie van de oorspronkelijke UCL. In deze herziene editie zijn verouderde of spreekwoordelijke formuleringen gemoderniseerd en consequent in de ik-vorm herwerkt. Daarnaast is de factorstructuur geoptimaliseerd, waarbij het aantal dimensies is teruggebracht van 7 naar 6, met bijbehorende herbenoeming van de subschalen. Deze aanpassingen hebben geleid tot verbeterde psychometrische eigenschappen, grotere gebruiksvriendelijkheid en een betere aansluiting bij de hedendaagse belevingswereld van cliënten.

Toepassing

De UCL-R is breed inzetbaar binnen de GGZ, onder andere bij persoonlijkheidsonderzoek en het voorspellen en evalueren van behandelsucces. Daarnaast kan het instrument ook worden toegepast in HR-contexten voor selectiedoeleinden. Omdat de scores kwantitatief zijn dient interpretatie van de resultaten bij voorkeur gedaan te worden door een psycholoog, gedragsdeskundige of andere professional met psychodiagnostische scholing. Er is kennis nodig van context, psychologische mechanismen en normgegevens.

Wat de test meet

De UCL-R bestaat uit 47 items, verdeeld over 6 schalen:

1. Actief aanpakken
2. Afleiding zoeken
3. Passief/vermijden
4. Sociale steun zoeken
5. Negatieve emoties uiten
6. Optimisme

De items worden beoordeeld op een vierpuntsschaal, lopend van “zelden of nooit” tot “zeer vaak”. Per schaal wordt een somscore berekend, die vervolgens wordt omgezet naar een percentielscore, met een bijbehorende classificatie van “zeer laag” tot “zeer hoog”. Door gebruik van gemiddelden en hun standaarddeviaties wordt ook per schaal een Z-score berekend.

Normen

De normen zijn gebaseerd op een Nederlandse steekproef van 1267 adolescenten en volwassenen in de leeftijd van 14 tot en met 67 jaar oud. De steekproef laat een representatieve weergave zien van de Nederlandse samenleving (inclusief migratieachtergrond, opleidingsniveau en regio). Er zijn aparte normen voor geslacht (mannen en vrouwen) en leeftijd (14 t/m 24 jaar, 25 t/m 44 jaar en 45 t/m 67 jaar).